Waarom we willen slapen in Wes Anderson's Grand Budapest Hotel

Anonim

we willen hier slapen

we willen hier slapen

1.In een tijdperk waarin hotels stille en anonieme plaatsen zijn, herstelt dit hotel zich de traditie van het hotel waar dingen gebeuren en iedereen erachter komt . Het brengt ons terug naar de hotels van To be or not to be, van het Grand Hotel (en zelfs van het Hotel, laten we niet zo beschaafd zijn) waar de gasten rondliepen bij de receptie als ze iets ontdekten en waar ze de conciërges kenden bij naam.

twee. De conciërges, die karakters die nu altijd knap zijn. Degene in de film speelt hem Ralph Fiennes (ja, komedie doen, geen verbrande persoon of een shakespeare). Gustave H is een handmatige conciërge, degene die alle informatie beheert (en dus met macht wordt belast) en gunsten wint. De hoofdpersonen van de film zijn twee kerels boordevol informatie, een conciërge en een piccolo.

3. We begrijpen wat de portier zegt als Gustave H hem vraagt waarom hij loopjongen wil worden. Antwoord: “Hoe niet? Wie wil er nu niet in het Grand Hotel zijn, meneer?" We willen graag kunst zijn en onderdeel van die microkosmos, met of zonder uniform.

Vier. De microkosmos. Wes Anderson schittert hier. De film heeft zestien karakters, allemaal_tennenbaums_ en moonrisekingdoms. Zoals altijd zijn ze bijna onherkenbaar: Tilda Swinton is in de tachtig en Edward Norton verschijnt in de lobby als een politieagent in een astrakan jas.

5. Het hotel geeft de stroom weer aan de lobby. Zalen hebben kracht verloren, of in ieder geval zaalvorm. We houden van hotels die eruitzien als hotels, met incheckbalies, een hoofdtrap, een conciërgeruimte, bagageafhandelaars en liften met begeleiders. Verwar ons niet met moderniteiten.

6. Sinds we The Apartment zagen en ons bitter identificeerden met Miss Kubelick, voelden we oneindig veel sympathie voor de liftoperators. Ze luisteren en zwijgen. En ze lijden bijna altijd.

7.Andersons personages lijden ook, maar dat lijkt nooit te gebeuren. Er gebeuren geweldige dingen met ze, tragedies bijna, maar ze maken zich altijd zorgen over de kleine dingen in het leven, over de kus die weerstand biedt, als er een liedje speelt of als iemand in het gezicht geslagen moet worden. Daarom willen we in zijn films leven.

8. Maar er is de helft van de wereld die dat niet doet, die een hekel heeft aan Wes Anderson en zijn overstilisering van de wereld en zijn esthetische maniertjes. Bij Grand Hotel Budapest vind je een goed doel voor je darts want het is puur Wes Anderson.

9. En Wes Anderson is een moderne gezel, maar alleen in vorm, zoals zovelen. Kortom, het is een klassieker die voet aan wal heeft gezet in veel geweldige hotels. En we vinden het leuk dat die in zijn films een hotel-hotelnaam hebben: Grand Hotel, Excelsior.

10. Trouwens, de regisseur heeft de film niet in een hotel opgenomen, maar in een Art-Deco warenhuis in Görlitz, Duitsland. Lang leve de bioscoop en zijn trucs.

Lees verder